Voorboersweg
Deze weg loopt van de splitsing Langeveenseweg/Ossendijk naar de Wierenseveldweg. "Voorboer" is de bijnaam van de familie H.J. Voorhuis aan de Voorboersweg 8. Het erve "Voorhuys" wordt voor het eerst vermeld in 1682. In dat jaar ging het met de familie niet zo goed, want men ontving armengeld. In 1720 was men er alweer aardig bovenop. Volgens de belastingaanslag van 1720 betaalde Jan Voorhuis toen 13 gulden en 15 stuivers, goed voor een plaats in de middenmoot van de 64 belastingplichtingen die Geesteren toen telde. De volkstelling van 1748 noemt Gerrit Voorhuys, diens vrouw Janna, hun zoon Henric, alsmede de inwonende moeder van Gerrit Voorhuys. Verder hebben ze een knecht (Berent Voerhuys) en drie kostgangers: "klopjes". Deze klopjes waren geestelijke jongedames die de gelofte van kuisheid hadden afgelegd. Ze woonden vaak in bij de geestelijkheid of bij familie waar zij in hun onderhoud voorzagen door allerlei huishoudelijk werk. Hun naam kregen ze doordat ze tijdens de onderdrukking van de katholieken deze tot het bijwonen van geheime godsdienstige bijeenkomsten opwekten door op de deuren te kloppen. Tijdens de verdeling van de markegronden in 1853 bleek Voorhuis inderdaad een middelgrote boer te zijn, want hij kreeg éénderde van een "volle" ("gewaarde") boer. De bijnaam "Voorboer" werd ook al gegeven aan Johannes Voorhuis, die in 1904 overleed. De familie Voorhuis is het boerenbedrijf tot op de dag van vandaag trouw gebleven.