Ramhinneweg
Aan de Langeveenseweg 128 woont de familie G.J. Oude Booyinek. Achter hun erf loopt de Ramhinneweg, die de Langeveenseweg verbindt met de Bothofweg. De bijnaam van Oude Booyinck is "Ramhinne" of "Hinnenboer". Het erf werd ook wel aangeduid met "Rammie". Waar die namen vandaan komen is niet helemaal duidelijk. Hoogstwaarschijnlijk heeft het wel te maken met het houden van rammen in de vorige eeuw. Oude Booyinek is een oude naam in Geesteren. Al in 1602 wordt "Hermen Boyinck" vermeld. (Overigens niet te verwarren met "Bojing", wat nu erve Booyman is). Hij is een zogenaamde "brinksitter": een kleine boer, aan de rand van de bewoonde kern (brink) wonend. Ook uit de belastingaanslagen in de loop der eeuwen blijkt "Boyinck" (later werd het "Olde Boyinck) tot de kleinere boeren in Geesteren te behoren. Bij de verdeling van de marke in 1853 krijgt Oude Booyinck ééntiende deel van een "volle", dat wil zeggen "gewaarde" boer. Het boerenbedrijf is dan ook niet altijd de enige bron van inkomsten geweest. In een register van 1811 blijken vader en zoon Gerrit en Hendrik Oude Booyinck als beroep "tapper" te hebben. In die tijd waren er in Geesteren vier tappers. Het erf van de Oude Booyincks werd in 1818 overigens nog geen Ramhinne maar "Weygeerlink" genoemd. In 1914 is de naam Ramhinne inmiddels wél gebruikelijk geworden.