Oude Hoevenweg

Uit SHGWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De weg loopt vanaf het Oosteinde in Vriezenveen richting Bruinehaar, direct achter camping Het Berkenven gaat de Oude Hoevenweg over in de Gravenlandweg. Oorspronkelijk was het Vriezenveense gebied verdeeld in 40 hoeven welke gelegen waren tussen het tegenwoordige Overijsselse kanaal en de Schipsloot. De hoeven die in erfpacht gegeven werden door de Heer van Almelo waren 16 akker breed, dus ongeveer 112 meter. De diepte van de hoeven was niet vastgelegd omdat de Vriezenveners van oudsher het recht bezaten om hun landerijen in het veen te doen opstrekken. De hoeven zullen oorspronkelijk in het bezit zijn geweest van 40 veenboeren. Maar de kolonie groeide, er worden kinderen geboren en later toen deze een eigen gezin stichtten bleven ze op het veen wonen. Iedere jonge boer meer op het veen betekende meer versnippering van de hoeve. Iedere boer moest immers beschikking hebben over hooi- en bouwland en veengrond. En daarom werden de landerijen steeds in de lengte verdeeld.

Bij iedere nieuwe generatie van veenboeren schreed deze versnippering voort en wilde men enigszins een bestaan hebben, dan moest de grond die men in de breedte verspeelde, herwonnen worden in de lengte. Gevolg hiervan was dat in 1391 de hoeven een gemiddelde diepte hadden van 2000 meter tegenover een diepte van 1000 meter in 1364. Ondanks dat de oppervlakte flink was toegenomen moesten de veenboeren toch nog steeds dezelfde pacht, wat een soort belasting was, aan de Heer van Almelo betalen omdat deze alleen was gebaseerd op de breedte van een hoeve en niet op de totale oppervlakte. De jaarlijkse pacht bedroeg een emmer boter gerekend naar een volle hoeve. Wanneer de graaf in 1391 landerijen verkoopt, deze waren gelegen tussen de Hollander Graven en de Nieuwe A, laat hij zowel de breedte als de diepte van elk perceel vastleggen. De oppervlaktemaat van een perceel wordt door de graaf op een halve hoeve gesteld. De pachtsom die hiervoor moet worden betaald is gebaseerd op de pacht van een "oude" hoeve zoals de Vriezenveners die van oudsher ten noorden van de Nieuwe A bezeten hadden. De diepte van zo'n "oude" hoeve stelt de Heer van Almelo op ongeveer 1000 meter, wat in overeenstemming is met de dan algemeen geldende hoevemaat in Nederland. Doordat de hoogte van de pacht ongewijzigd bleef, was het voor de graaf gunstiger om uit te gaan van een diepte van 1000 meter dan van een diepte van 2000 meter. De hoeven met deze laatste genoemde diepte waren van latere datum dan die van 1000 meter. Hierin vinden de termen "oude" en "nieuwe" hoeve hun oorsprong. De "nieuwe" hoeven waren de hoeven met een diepte van 2000 meter. Ook naar deze hoeven is de Nieuwe Hoevenweg genoemd die bereikbaar is vanaf de Paterswal en evenwijdig loopt met de Oude Hoevenweg richting De Pollen. Het gebied dat tussen de Oude en de Nieuwe Hoevenweg ligt heet de Oude Hoevenwegs Veenen . Daarboven ligt een gebied met de naam Nieuwe Hoevenwegs Veenen .