Mensmanstraat
De gewahrde Mensing (of Mensink) wordt in 1601 bij een aanslag voor grondbelasting Menseman genoemd. Hij is dan samen met "die Meyer" de vermogendste boer van Geesteren. Van de negentig gulden die de 31 belastingplichtigen in de Marke Geesteren moesten ophoesten, betalen Menseman en die Meyer elk acht gulden. De volkstelling van 1748 vermeld dat Mensing een inwonende knecht, twee meiden voor "het kloppen van de kamers" en nog een "lammen jongen bij de beesten" heeft. In 1746 verkocht boer Menseman een stuk grond voor de eerste niet agrarische bebouwing op de Mensinkkamp: een Kerk, aanvankelijk gehuisvest in Mensmans schaapskooi.
In het midden van de vorige eeuw stierf de familie Mensink met de laatste telg Jan uit. Jan Maathuis trouwde op het Erve Menseman en noemde zich aanvankelijk Maathuis op Mensink. Zijn kleinzoon was de in 1987 overleden Gerard Maathuis, wijd en zijd als paardenhandelaar Mensman bekend. De twee zonen van deze Gerard Maathuis wonen beide in Geesteren. De paardenhandelaar Jan in een weiland voor het erf van Mensman en Gerard op de plek waar "Botter Jan" ooit resideerde. De mooie kapitale boerderij van de familie Maathuis wordt dus niet meer door een Mensman bewoond, maar blijft een tastbare herinnering aan de naamgever van de "Mensinkkamp" en de straatnamen "Mensmanstraat" en "Mensinkkamp"