Kampboerlaan

Uit SHGWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De oudste vermelding van de bewoners van erve Kampboer treffen we aan op de lijst van de volkstelling uit het jaar 1748. Als bewoners van erve Kampboer worden genoemd Jan Kamphuis (1716 1770) en zijn vrouw Maria (1749 ?). De boerderij staat dan overdwars achter het huidige Erve Kampboer, op de plaats waar de molen stenen staan die afkomstig zijn van de olie en watermolen de Vermolen. In 1850 is door Gerard Kamphuis (1782 1865) en zijn zoon Johannes Kamphuis (1804 1885) de boerderij afgebroken en opnieuw opgebouwd op de plaats waar die nu nog staat. Door deze verplaatsing was men in staat om een stuk aan de boerderij te bouwen. Tevens werd het lös hoes omgebouwd met een scheiding van vee en woonruimte. In twee bakstenen aan de voorgevel linksonder zijn nog de letters G.K en J.O.R. (Gerard Kamphuis en Johanna Oude Roberink) met het jaartal 1812 zichtbaar. Ook zit in diezelfde voorgevel een witte steen waarop als initialen staan J.K.H. en G.G.L. (Johannes Kamphuis en Gezina Grootelaar) en in Romeinse cijfers het jaartal 1850 (MDCCCL). In 1960 is er een nieuw woonhuis voor de boerderij gebouwd. In 1972 kwam een einde aan een eeuwenlange bewoning van de familie Kamphuis op erve Kampboer. De gemeente heeft de boerderij gekocht en deze vervolgens doorverkocht aan de stichting Erve Kampboer. Na een grondige verbouwing fungeert erve Kampboer sindsdien als dorpshuis. De familie Kamphuis heeft een nieuwe boerderij aan de Vriezenveenseweg betrokken.

Op deze foto ziet men de familie Kamphuis voor de boerderij rond 1930. Staand (v.I.n.r.): Hendrikus Kamphuis, Gerardus Kamphuis en Antonia Gesina Kamphuis Zittend Johannes Kamphuis met kleindochter Gesina Maria Kamphuis en daarnaast zijn vrouw Aleida Gezina Wolberink, Johannes Kamphuis met zijn vrouw Susanna Johanna Wildemors en hun dochter Johanna.