Jan Oude Voshaar

Uit SHGWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Biografie.

Jan Oude Voshaar wordt geboren op 6 augustus 1921. Hij krijgt bij de geboorte de doopnamen Gerardus Johannes. Hij is de oudste zoon van Gerard Oude Voshaar en Marie Langeveld.

Jan heeft dan ook nog twee broers (Henk en Gerard) en zes zussen.


Jan Oude Voshaar

Hij groeit op in de boerderij aan de Delmaweg. Tegenwoordig heeft op deze plek de familie Lubbers de boerderij laten afbreken en vervangen door nieuwbouw. Jan wordt gekarakteriseerd als een vriendelijke en goedlachse jongeman die erg veel hield van zingen. Hij was een echte levensgenieter. In die tijd trok hij redelijk veel op met de gebroeders Hoek (Beern’d en Hein). Door een ondoordachte actie van de landwacht liet hij op 15 december 1944 het leven.


Het noodlot.

Op 15 december 1944 fietst Jan s’morgens omstreeks 10.00 uur van zijn onderduikadres van de familie Langeveld (Zwart’n Graats), zijn oomzegger, aan de Slagenweg richting ouderlijk huis aan de Delmaweg. Jan zat ondergedoken omdat hij niet wilde deelnemen aan de tewerkstelling oftewel de "Arbeitseinsatz". Je kon of naar de Noord-oostpolder om daar onder andere bieten te rooien of naar Duitsland om daar in de fabrieken te werken om de Duitse (oorlogs)industrie draaiende te houden. Velen kozen toen voor de Noord-oostpolder omdat het werken in Duitsland een nog onzekere toekomst bood. Denk maar aan de werkkampen en concentratiekampen.

Jan wilde aan geen van beide mogelijkheden deelnemen en gaf dus geen gehoor aan deze “Arbeitseinsatz“. Zijn broer Gerard (Gait) wel, hij werkte in de Noord-oostpolder.

Op die bewuste morgen doet zich het gerucht voor dat er een razzia is aangekondigd in Harbrinkhoek. Als vergelding op een mogelijke aanslag op Duitsers werden vaak vergeldingsacties door de Duitsers georganiseerd. Vaak worden daarbij de mannen opgepakt.

Het gerucht van de razzia bereikt ook Jan op zijn onderduikadres aan de Slagenweg. Hij besluit daarop de benen te nemen en huiswaarts te keren. Onderweg bij de Voshaarsweg komt hij Marie Reinerink tegen en hij groet haar. Waarschijnlijk is zij degene die Jan als laatste nog heeft gesproken.

Wanneer Jan zich ter hoogte van de Iemenhofweg bevindt ziet hij plotseling een viertal landwachters. Het zijn o.a. van de Oever, Slettenhaar en Schoenmaker. De landwacht is in maart 1944 als onderdeel van de Waffen SS opgericht. (SS staat voor Schutz Staffel) en is een uit NSB'ers samengesteld korps hulppolitie.

Jan probeert te vluchten, puur uit angst, zet het op een fietsen en ter hoogte van het bosperceel van de Delmar laat hij zijn fiets vallen en rent door de sloot, klimt over het prikkeldraad van het weiland in de richting van de houtwal. De landwachters willen hem staande houden, waarop Jan niet reageert. De landwachter Schoenmaker pakt zijn karabijn ter hand, legt aan en schiet vervolgens gericht op Jan. Hij wordt getroffen. Het is Bernard Nobbenhuis (Nij’kaamps Beernd) die ziet dat Jan zich al strompelend vooruit sleept. Er volgt een tweede schot en deze raakt Jan in zijn hartstreek waarop hij vrijwel meteen ter aarde stort.

Als later een aantal mensen bij Jan komen blijkt hij reeds overleden te zijn. Toch werd aan Antoon Alberink (Nieuwkerken) gevraagd, waarschijnlijk door de paniek, om een arts te waarschuwen met de mededeling dat ‘er iemand gewond was’. Het mocht echter niet meer baten. Zo laat, op 23-jarige leeftijd, deze vrolijke en levensluchtige jongeman het leven. Nog schrijnender is dit noodlot wanneer blijkt dat het hier mogelijkerwijs om een vergissing gaat. De landwachters meenden dat zij de verzetsman Jan Lesscher uit Harbrinkhoek op het spoor waren en niet deze onschuldige Jan Oude Voshaar. De vergissing heeft waarschijnlijk te maken met het gegeven dat zowel Jan Lesscher als Jan Oude Voshaar destijds gekleed gingen in een zelfde lange blauwe regenjas. Deze overeenkomst is hem uiteindelijk fataal geworden.

Twee uur na het incident wordt de familie op de hoogte gesteld van hetgeen hun zoon en broer is overkomen. Het is Bernhard Wermelink (Bakkers Beern’d) een goede bekende van Jan’s vader die dit afschuwelijk bericht mededeelt aan de familie. Jan was één van de velen die zich op de een of andere manier te weer stelden tegen de bezetter of hun plannen dwarsboomden hetzij geweldloos dan wel met geweld. Jan had niets op zijn kerfstok, de toevallige samenloop van omstandigheden waren debet aan dit verschrikkelijke noodlot.


Herdenkingskruis.

Ter nagedachtenis aan Jan Oude Voshaar is er op de plek waar hij om het leven gebracht is een eenvoudig landkruis geplaatst. Eén van de makers van dit landkruis was o.a. Kroezen (Big’nhoes)


Het landkruis van weleer


Vele jaren later werd dit landkruis vervangen. In eerste instantie was het alleen een houten kruis met opschrift.

Het kruis met opschrift


Thans bevindt zich op de plek een nieuw landkruis met op een groen gekleurde marmeren plaat het opschrift:

J Oude Voshaar

Gevallen 15-12-1944


Het kruis dat er nu nog staat

Wie in Geesteren de Delmaweg volgt, komt op het eind, bijna onder de rook van Harbrinkhoek, bij een bosje dat zich uitstrekt achter een landhuis met een opvallende houten gevel en dikke keien bij de oprit, rechts van de weg. Op het eind van dat bosje gaat een karrespoor rechtsaf en buigt tenslotte naar rechts, achter de aanplanting langs. Links strekken zich dan weiden en maisakkers uit en meteen ziet men op een houtwal, die de kavels van elkaar scheidt, een van stevige balken vervaardigd kruis. Op enkele meters van de zandweg die achter het bosje langs loopt. De voet van het kruis rust in een hoop veldkeitjes. De tekst op het kruis maakt duidelijk, dat hier een jonge Twentenaar heeft liggen doodbloeden, na door een Duitse kogel te zijn geraakt: "J. Oude Voshaar, gevallen 15-12-44".