Harmelinksweg

Uit SHGWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Deze weg is genoemd naar het daar gelegen erve Harmelink. Al in de 14e eeuw wordt dit Geesterse erf genoemd als "Hermeldinc". Ook aanduidingen als Herrnelingh, Hermening, Hermanning, Herming en Hermboer komen in de loop der eeuwen voor. Zo'n duizend jaar geleden was de bisschop van Utrecht de heerser over Twente, dat toen niet meer dan 10.000 inwoners telde. Niet alleen de geestelijke macht, maar ook de wereldlijke macht werd over dit gebied uitgeoefend. De bisschop werd ook een van de belangrijkste grondeigenaren in Twente. De meeste boeren waren in die tijd al geen vrij eigenaar meer van grond en bedrijf. Ze waren pachters geworden en betaalden een deel van de oogst als pacht aan hun landheer. De bisschop van Utrecht had een aantal belangrijke boerderijen als administratiekantoor aangewezen, belast met het innen van de pacht en de rechtspraak in hun gebied. Een dergelijke boerderij werd hoofdhof genoemd. De bewoner van de hoofdhof die als opzichter en rentmeester van de bisschop optrad, heette Hofmeijer. Twente kende zes van die bisschoppelijke hoven. Geesteren viel onder het hof van Ootmarsurn. Een hoofdhof kende ook onderafdelingen. De belangrijkste boerderij in een boerengemeenschap was namelijk ook een hof, eigenlijk een onderhof. De bewoner ervan had een leidende rol in de boerengemeenschap (na 1300 spreken we van "marke"). Hij sprak ook recht en werd wel een marke-richter genoemd. Het markerichterschap werd op den duur erfelijk: eerst op de persoon, later op de bezitter van het hof. Een nieuwe eigenaar van de hof liet de werkzaamheden soms over aan iemand anders, een meijer.. Zelf woonde hij dan in een "huys" of "havezathe". Erve de Meijer aan de Meijersweg herinnert daar nog aan. Een uit 1475 stammend "Schattingsregister", dat in opdracht van de bisschop van Utrecht werd opgesteld vermeldt in "Gheesterne" 24 huis ofwel boerderijen. Een "volle hoeve", dat is een boerderij met ongeveer 5 hectare land, had een zogeheten "waardeel". Gewaarde boeren hadden stemrecht in de markevergaderingen en gebruiksrecht op de gemeenschappelijke gronden. In Geesteren waren er 16 gewaarde boeren. Erve de Meijer had 3 waardelen, erve Booyink 2 en de andere 14 boerderijen elk 1 waardeel. Erve Harmelink was een van die 14 boerderijen. In de "Lijst der Leenmannen van het Sticht" (Sticht=Utrecht) uit de 14e eeuw wordt vermeld dat de tienden over Hermeldinc door de bisschop van Utrecht achtereenvolgens beleend zijn aan Gerrit van Bevervoorde en Johan Blankenvoort, hofmeijers in Ootmarsum. Met "tienden" wordt de pacht in natura bedoeld, die op gezette tijden moest worden afgedragen. Het ging om delen van de oogst en het vee. De pachtrechten werden soms verhandeld. Zo verklaart in 1470 de bisschop van Utrecht, David van Bourgondie, dat de tienden over de erven Hermeling (Harrnelink) en Hadmering (Hamer) zonder zijn toestemming zijn verkocht aan Rolef Hondeberch, die op zijn beurt deze tienden weer verkocht heeft aan het klooster in Albergen. De bisschop doet er overigens niet moeilijk over en keurt de transactie alsnog goed. Er waren ook vrije boeren die niet pacht of schatplichtig waren. Zij hadden geen waardeel, ook al bezaten ze veel land. In 1851 bleek bij de opsplitsing van de marke het vrije, ongewaarde erf Wulferink het grootste van Geesteren te zijn. De schattingsregisters van 1495 en 1499 benoemden het erf achtereenvolgens als “Hermanning” en “Herming”. Bij een aanslag voor grondbelasting in 1601 wordt het erf in het daarvoor bestemde verpondingsregister "Hermelinck" genoemd. Het erf is goed voor 12,5 mud zaailand en 4 dagwerk hooiland. Dat is ongeveer 4 hectare akkerland, goed voor 300 kilo rogge, en 2 hectare grasland. Nog steeds is het pachtplichtig aan het klooster in Albergen. Als belasting moet het erf een kleine 7 gulden betalen. Mensrnan en de Meijer betalen ieder 8 gulden, het hoogste bedrag in Geesteren. in het verpondingsregister van 1720 wordt het erf "Hermeling". genoemd. Erve Harmelink behoorde toen wel tot de hoogst aangeslagenen in Geesteren. Evenals Mensman en de Meijer moest Harmelink 59 gulden en 7 stuivers betalen. In de 20e eeuw heten het erf en zijn bewoners Harmelink of Hermboer.

Eén van de markantste bewoners van erve Hermboer deze eeuw was G.B. Harmelink ("Hermboersgait"), die leefde van 1890 tot 1957. Gerhardus Bernardus Harmelink was naast boer ook bestuurder. Zo is bij van 1928 tot zijn dood raadslid geweest, waarvan de laatste 25 jaar wethouder. Hermboersgait is daarnaast o.a. bestuurslid geweest van de melkfabriek in Vriezenveen, de ABTB en het Waterschap Regge en Dinkel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij "plaatselijk bureauhouder". Dit hield in dat hij o.a. verantwoordelijk was voor de distributie van voedselbonnen en de verdeling van vee. Hij had vier zoons en twee dochters. Jan Harmelink ("Hermboersjan") nam de boerderij over. Hij is inmiddels de 80 gepasseerd en woont in de Pastoor Cramerstraat in Geesteren. Zijn zoon Gerard woont nu met zijn gezin op de boerderij, waarvan in 1985 het voorhuis is afgebroken en vervangen door een nieuwe woning. De Harmelinksweg, die vroeger in de volksmond ook wel "Hermensboerweg" genoemd werd, verbond de Huyerenseweg en de Haarbrinksweg. De aansluiting op de Haarbrinksweg kwam begin jaren negentig te vervallen als gevolg van de aanleg van de nieuwe wijk Herminkhoek,. De nieuwbouw aan de Harmelinksweg vond in de jaren zeventig plaats.