Gerard Kockstraat

Uit SHGWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Lucas Kock bouwde omstreeks 1840 een huis op de plek waar nu de Twentse Optiek Centrale is gevestigd. In 1850 bouwde hij een nieuw huis aan de overzijde van de Dorpsstraat, waarin ook een kruidenierswinkel werd gevestigd. Een zoon van Lucas Kock ("Luuks") was Hein (geb.1849). Hij trouwde met Johanna ter Heyne uit Goor. Ze kregen tussen 1882 en 1895 zes dochters en een zoon. Gerard (geb.1882) was de middelste van de zeven. Hij reed regelmatig met paard en wagen naar Almelo om eieren te verkopen op de markt. Hij bracht dan weer spullen voor de winkel mee terug. Vlak na de Eerste Wereldoorlog, in 1918, woedde er een griepepidemie in Europa, de Spaanse griep. Deze epidemie eiste meer slachtoffers dan de hele Eerste Wereldoorlog! Op 14 november 1918 bezweek ook Gerard Kock op dertigjarige leeftijd aan de ziekte. Hein Kock maakte dit niet meer mee. Hij overleed al in 1904. Zijn vrouw Johanna werd in 1922 begraven bij haar man en zoon. De zes zusters hadden haar beloofd om bij elkaar te blijven. Vijf van de zes zouden dat ook doen. Alleen Leida (geb. 1886) werd huishoudster in Losser bij gemeentesecretaris Hemmelder. Vlak voor zijn pensionering trouwden ze, Leida zou hem lang overleven. In 1982 overleed ze als laatste van de zusters op 96 jarige leeftijd. Evenals haar echtgenoot werd ze begraven in Geesteren. Drie zusters waren onderwijzeres. Hanna, de oudste (geb. 1882) in Geesteren, Marie (geb. 1893) in West Geesteren en Sien, de jongste (geb. 1895) in Harbrinkhoek. Feem (geb. 1884) deed het huishouden en de tuin, terwijl Tonia (geb. 1891) de winkel beheerde. In 1926 lieten de zusters een geheel nieuw pand bouwen op de plaats van de oude winkel. Dit monumentale pand aan de Dorpsstraat 43 werd ontworpen door architect Wiechers uit Harbrinkhoek, een kennis van Sien. De winkel werd daarin voortgezet tot 1963. In de winkel werden behalve kruidenierswaren ook religieuze artikelen, zoals rozenkransen, alsmede serviesgoed en drogisterij artikelen verkocht. Behalve als winkel diende het pand ook als ontmoetingsplek voor boerenfamilies, met name uit West Geesteren. Op zondag, na de kerk, werd in een speciale koffiekamer tussen keuken en winkel koffie gedronken door een groep van 15 à 25 personen. Uiteraard werden er dan ook inkopen gedaan. De gezusters Kock bezaten veel grond. Onder meer de grond vanaf hun woning tot en met café Steggink, van drogisterij Vollenbroek tot de Gema koophal, percelen in West Geesteren, aan de Vriezenveenseweg en in de Zurink waren hun eigendom. Zoals al vermeld, werd hun grond in de Zurink in het midden van de jaren zestig door de gemeente onteigend. De grond was nodig voor het bestemmingsplan Geesteren Zuid. De vergoeding van twee gulden per vierkante meter vonden de gezusters Kock veel te laag. Ze zouden het echter zeer op prijs stellen als er een straat in de nieuwbouw naar hun jong gestorven broer zou worden vernoemd. De straatnamencommissie in Geesteren adviseerde positief naar de gemeente. In 1969 werd de Gerard Kockstraat dan ook in het straatnamenregister opgenomen. Alhoewel de gezusters Kock zeker vermogend waren, leefden ze zeer sober. Toch waren ze tegenover anderen beslist ruimhartig en werden grond en woningen voor alleszins redelijke prijzen verhuurd en verkocht. Hanna, Feem, Tonia en Marie stierven tussen 1967 en 1972 in het pand aan de Dorpsstraat 43. Sien en Leida verkochten het huis eind 1976 aan de familie Silderhuis, die het na een verbouwing weer een winkelbestemming heeft gegeven. Sien en Leida verbleven de laatste jaren van hun leven in een bejaardentehuis in Weerselo. Ze stierven respectievelijk in 1979 en 1982. Hun bezittingen vermaakten de zusters aan goede doelen.