De ontginning van de Weiteman

Uit SHGWiki
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

In 1927 maakte de Heidemaatschappij een verbeteringsplan voor de Weiteman, in opdracht van de Overijsselse Ontginningsmaatschappij. De doelstelling van het plan was, het verwerven van gronden, deze verbeteren en dan weer voor particulier gebruik beschikbaar stellen. In oktober 1928 kregen de eigenaren bericht, dat tot aankoop of onteigening van de Weitemanslanden en het Witteveen zou worden overgegaan en dat het de bedoeling was in het gebied verschillende wegen en waterleidingen aan te leggen.

Het gebied zou worden ingedeeld in gunstig gevormde kavels van driekwart tot twaalf hectare. De voormalige eigenaren kregen recht van voorkoop tot maximaal het ingebrachte gebied, waarvoor de aankoopprijs plus de kosten van verbetering moest worden betaald. Slechts drie percelen, eigendom van twee families, dienden onteigend te worden. Met de aankoop was een bedrag van fl. 200.000,- gemoeid. Op 1 mei 1929 werden de koopsommen uitbetaald. Zolang nog niet met de uitvoering begonnen was, mochten de eigenaren de grond gebruiken, maar turf en plaggen mochten niet meer gewonnen worden. Voor de ontginning was het nodig een afwateringskanaal te graven, dat we nu kennen als het Geesterse Stroomkanaal en dat doorloopt naar de Vecht bij Mariënberg. In de slappe veengrond stortten de oevers steeds weer in, waardoor de start van de ontginning vertraagd werd.

In december 1929 was het Stroomkanaal gereed en in het voorjaar van 1930 kon men met de ontginning beginnen. De eerste arbeiders waren een groep werklozen uit Den Ham die in het kader van de toenmalige werkverschaffing aan het werk gingen. Spoedig kregen ze hulp van 100 collega’s uit Den Haag, later uitgebreid met Amsterdammers, die in barakken op de Mekkelenberg werden gehuisvest. Met schop en kruiwagen veranderden ze het waterrijke natuurgebied in weiden en akkers zoals wij die nu kennen.

Arbeiders in de Weitemanslanden

De groep arbeiders uit Den Ham en omgeving die in 1931 en 1932 in de Weitemanslanden hebben gewerkt en door graven de kavelsloten hebben aangelegd.

Staand 2de van rechts H. Hekkert en staand 3de van links zijn zoon Johan Hekkert. De ploegbaas compleet met laarzen staand geheel links. Overige namen zijn niet bekend.


Het lied van de veenarbeiders en turfstekers:

En dan gaan we naar de Weitemanslanden

met een schop in de handen

en Chief Whip tussen de tanden.


In 1932 werden voor duizend gulden per hectare de eerste landbouwkavels aan boeren verkocht. Alleen de Kooiplas en de Fayersheide bleven ontginning bespaard. In het voorjaar van 1932 werd de eerste boerderij in de Weitemanslanden gebouwd en wel van de heer F. Jonker. Ter herdenking aan dit feit werd er een grootscheepse Boomplantdag in de Weitemanslanden gehouden in aanwezigheid van vele hoogheden. Minister Ruys de Beerenbroeck plantte de eerste boom. De ontgonnen gronden werden hierna, de één na de ander verkocht. Op de drooggelegde stukken werden huizen gebouwd voor f 2.000,- á f 4.000,- compleet met stalletje en kippenhok. In de periode tussen 1920 en 1940 zijn er veel van die huisjes gerealiseerd. Aanvankelijk, in de crisisjaren omstreeks en na 1930, was het leven in het buitengebied niet eenvoudig, want de werkloosheid was ook hier een groot probleem. Juist in deze moeilijke periode zagen verschillende mensen mogelijkheden om een eigen onderneming op te starten. Enkelen van hen hebben na 1945 de wind flink in de zeilen gehad en de basis gelegd voor flinke bedrijven. In de loop der jaren verrezen er vele boerderijen en woningen en thans is de "De Weiteman" zoals deze streek kortweg wordt genoemd, een welvarend onderdeel van de provincie.