Bosschnieders Mans en Jans

Bosschnieders Mans en Jans, was de bijnaam voor Martinus en Johannes Hemmer, zonen van landbouwer Gerard Hemmer en Johanna Luttikhuis, twee Geesterense [zouaven] waarnaar de Zouavenstraat is vernoemd.

Mans en Jans Hemmer, 26 en 24 jaar oud, vertrokken uit Geesteren. Zo achter de ploeg vandaan vingen ze de reis aan naar [Rome], met een stok over de schouder waaraan in een rode boeren zakdoek wat eten bungelde. Ze liepen naar [Kampen], waar ze op de stoomboot stapten en over de [Zuiderzee] naar [Amsterdam] voeren. Per trekschuit ging het vandaar naar het centrale verzamelpunt [Oudenbosch], alwaar de treinreis naar [Marseille] werd aangevangen. Daar werden ze ingescheept voor de reis naar [Rome]. Op 10 juli 1867 kwamen ze in [Rome] aan en begon hun militaire loopbaan. Een reeks veldslagen werd geleverd tussen 1867 en 1870, maar het mocht niet baten: [Rome] viel op 20 september 1870 in handen van de nationalisten.

Het merendeel van de Geesterense bevolking was rond 1870 analfabeet. Ofschoon Mans en Jans ook eenvoudige dorpsjongens waren schreef Mans namens ben beiden lijvige brieven naar zijn "veel beminde Moeder, Broers en Zusters" Uit deze brieven leert men de onverschrokken mentaliteit en het rotsvaste geloof van deze jongens kennen. Ervan overtuigd altijd te zullen zegevieren schreef Mans, "is het niet voor deze aarde, dan toch voor de Hemel en dan zullen wij des te schoner zegevieren". Jans vertrok na de verloren strijd in 1871 naar [Indiana (USA)]. Mans stierf als een soort kluizenaar in 1913 op 72 jarige leeftijd. Zijn bidprentje eindigt met de woorden "Hij zal zijn trouwen strijder de kroon der zalige onsterfelijkheid niet onthouden"