Dia-avond 2019

 

Onderstaand een foto impressie van de dia avond op 13 november 2019/

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | 40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 | 60

Previous ◁ | ▷ Next


 

Deel Veldhoek en Schotboersweg centraal tijdens dia-avond 2019.

 
Geesteren. Woensdagavond 13 november a.s., houdt de Stichting Heemkunde Geesteren (SHG) de jaarlijkse dia-avond in zaal Kottink voor haar donateurs en overige belangstellenden. Deze keer staan 20 gezinnen en families, wonende aan de Schotboersweg, Volmersweg, Krikhaarsweg en Het Kleine Krikhaar, in het middelpunt van de belangstelling. Met behulp van oude foto’s en ander historisch materiaal zal uitgebreid worden ingegaan op de geschiedenis van deze families én op de omgeving waar zij wonen. De huisbezoeken hebben de afgelopen maanden plaatsgevonden. Momenteel wordt door de mensen van de SHG volop gewerkt aan de presentatie. Nu alvast een vooruitblik.
 
Oorspronkelijke namen van de bewoners
Dat we ons van veel Geesterse families een beeld kunnen vormen, is te danken aan allerlei bewaarde wetenswaardigheden, zoals die van het Rechterlijk Archief van het Richterambt Ootmarsum waartoe Geesteren, samen met de overige dorpen van de gemeente Tubbergen, vroeger behoorde. Gaat men nu voor allerlei zaken naar de notaris in Tubbergen gaat, toen moest men (veelal te voet) naar Ootmarsum. Enkele namen van toe die we in het Rechterlijk Archief Ootmarsum tegenkomen, zijn Geert Velt (Veltgeert in de volksmond), Krickhaer, Braekman, Olde Braeck, Wilde Mars, Reindts huijs en Folmerinck. Het is goed voorstelbaar dat de wijknaam “De Veldhoek” haar oorsprong ontleent aan de familienaam “Velt” waar genoemde Geert een telg van was. Soms is het heel lastig om erachter te komen wie toentertijd nu precies wie was en tot welke familie hij of zij behoorde. Na de invoering van de burgerlijke stand, in 1811, kwam er veel meer duidelijkheid wat betreft de familienamen, al werden de oorspronkelijke erfnamen er meestal nog wel bij vermeld. Voorbeelden hiervan zijn Johannes Krikhaar op Bouwscholte, Johannes Snijders op Switten en Bernardus Loohuis op Reints.
 
Foto 1: De boerderij van de familie Krikhaar-Bouwscholte, gebouwd in 1943.
Op de foto Mw. Krikhaar-Kienhuis met zoon Frans. De foto werd omstreeks 1946 genomen.
 
Folmerinck, Volmer, Volmerink
De Volmersweg ontleent haar naam aan de familie Volmerink, vroeger ook Folmerinck geheten. In de volksmond kende en kent men de familie als “Volman’. Volmer was van oudsher een Germaanse persoonsnaam samengesteld uit de woorden ‘volk’ en ‘mar’ en betekent vermaard of beroemd onder het krijgsvolk. Het achtervoegsel ‘ink’ staat voor: zoon van. Letterlijk betekent Volmerink dus zoon van Volmer. In 1949 trouwde J.H. Detert op Monnik uit Weerselo op het erf Volmer. Heden ten dage wordt het bewoond door Harrie Detert op Monnik en zijn gezin.
 
Boerderijnaam ‘t Olde Braeck
Op ’t Olde Braeck, aan de Krikhaarsweg, woont nu al decennia lang de familie Wildermors.
Het voorvoegsel “Olde” komen we in de 17e eeuw en later, vooral in de 18e eeuw, veelvuldig tegen. Wanneer een boer de bouwerij van zijn erf overdeed aan zijn opvolger, verliet hij de boerderij en ging dan wonen in een woning die meestal op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van de boerderij lag. Hij behield het recht op een negende deel van de opbrengst van de boerderij. Hiermee voorzag hij in zijn levensonderhoud gedurende de laatste periode van zijn leven. De woning waar de oude (“olde”) boer ging wonen, kreeg het voorvoegsel Oude of ook wel Olde. Als we het hebben over ‘olde Braeck’n Jan’, dan weet de oudere generatie Geesternaren dat hiermee Jan Wildemors wordt bedoeld. Al speurend in de stamboom van Jan, komen we bij zijn voorouders onder meer de namen Stam(s)huis, Stamsnijder, de Waaijer, Slutgen,Fleerbos, Rein(d)ers en Alberinck tegen.
 
Onderwijs in de boavenkamer
In de jaren zeventig werd de boerderij waar thans Erwin Meinders met zijn gezin woont, verplaatst van de Schollinksweg naar de Schotboersweg. Voorzover bekend is uit de overlevering en uit de geschiedschrijving, werd er voor 1752 in de “boavenkamer” van deze historische boerderij onderwijs gegeven in de boerschap Geesteren. De boerderij was in die tijd eigendom van ’t Schollink (familie Nijhuis) en stond, zoals vermeld, aan de Schollinksweg. De benaming “boavenkamer” verwijst naar de uitbouw aan de voorkant van de boerderij. Men kwam via de “boav’nduur (voordeur) deze kamer binnen. Ongetwijfeld weet Harry Meinders over de bouw en indeling van deze en andere historische boerderijen veel meer te vertellen tijdens zijn presentatie op de dia-avond.
 
Foto 2: Een blik op de boavenkamer waarin eens de school was gevestigd.
  
Het Vuurstedengeldregister, een belangrijke informatiebron
Om ons een beeld van vroeger te kunnen vormen, zijn we als Heemkunde onder meer aangewezen op de verschillende registers zoals die vroeger werden bijgehouden door het Richterambt Ootmarsum. Eén van die registers is het zgn. Vuurstedengeldregister. Op 1 juni 1598 besloten de Staten van Overijssel `van yeder vuirstede ofte plaetse die gemaeckt is omme vuir te boeten, als schoorsteenen, kachelovents, backovents, daven ofte eesten, goltsmede- ofte tinnegietersovents ofte anderen hoe die genoempt mogen werden' belasting te heffen. Het ging dus deels om een soort belasting op huizen, waarbij de grootte van het huis en daarmee het te betalen bedrag afgemeten werd aan het aantal kamers waar een vuur kon worden gestookt. Het schoorsteen- of vuursteden-geld werd pas ingevoerd in 1628, toen iedere haardstede met twintig stuiver was belast. Het Vuurstedenregister is ook nu nog voor heemkunde-mensen een belangrijke bron van informatie.
 
De Bouwscholte
In de Veldhoek, aan de Krikhaarsweg 13 woont de familie Krikhaar, in de volksmond beter bekend als ‘de Bouwscholte’’. Om de waarschijnlijke oorsprong van de bijnaam “de Bouwscholte” te achterhalen, komt ons het eerder genoemde Vuurstedenregister van 1682 goed van pas. Hierin staat het toenmalige Erve Krickhaer vermeld met één schoorsteen. Uit het register blijkt dat Krickhaer één van de vele paupers (armlastigen) was die er toen waren in de Marke Geesteren. De Marke Geesteren was, zoals bekend, samen met Vasse en Mander onderdeel van een veel grotere markeneenheid, de zogenaamde Drieschichtige Marke. Het grote aantal paupers kwam omdat dat de Republiek der Nederlanden in het rampjaar 1672 was aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisschop van Munster. In 1720 woonden blijkens het vuurstedenregister op Erve Krickhaer, de gezinnen Krik Evert en Krik Herman.
 
Het ontstaan van de bijnaam
Hoewel de markegronden van Geesteren pas halverwege de 19de eeuw verkocht werden, vond er in 1781 al een belangrijke grondverkoop plaats aan de Geesterense en Langeveense boeren. Als één van de kopers wordt genoemd “De Bouwscholte”, die voor een bedrag van zevenentwintig gulden grond aankocht. In het trouwboek van de R.K. kerk uit 1820, staat vermeld dat Joannes Krikhaar is gehuwd met Aleida Gottenhuis, ook wel “De Bouwscholte” genoemd. De naam Gottenhuis valt ook al in 1705 toen de plaatsvervangende markenrichter klaagde bij de Gedeputeerde Staten van Overijssel dat onder andere Geert en Jan Gottenhuis (Gotten Gait en Jan) weigerden hun deel van de boerenrente te betalen. Door de torenhoge markeschulden konden zij hieraan onmogelijk voldoen.
Het oorspronkelijke erve Krickhaer kreeg toen in de volksmond de naam ‘De Bouwscholte’. Op erve ‘De Bouwscholte’ aan de Krikhaarsweg 13 en 13a wonen thans de gezinnen van Bouwscholten Frans en zoon Gerard.
 
 
Foto uit 1955: Volop aan het hooien met op de achtergrond het huis van de familie Damhuis aan de Schotboersweg.
 
 
De Schotboer - thans Waaijer
Op het erf met huisnummer E49 aan de toenmalige Schottensteg, thans Schotboersweg, werd rond 1790 Gerardus Oude Elberink geboren. De laatste telg uit de familie Oude Elberink die dit erf bewoonde was Hendricus Oude Elberink, in de volksmond bekend als ‘Schotdieks’. Schotdieks werd op enig moment hulpbehoevend en trok toen bij veldwachter Lohuis in, die hem samen met zijn echtgenote tot het laatst toe verzorgde. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het huis bewoond door de familie Kraaijvanger. Zij verhuisden rond 1950 naar de Vermolenweg. Veldwachter Lohuis die het huis had geërfd van Schotdieks, verkocht het aan de familie Waaijer. Thans zijn hier de weduwe Sien Waaijer-Schröder en het gezin van René Waaijer woonachtig.
 
De dia-avond begint om klokslag half acht. 
Na de lezing door Harry Meinders en Rogier Braakhuis, belichten Bertus Klein Haarhuis en Paul Sand met behulp van talrijke oude foto’s en prenten de geschiedenis van de families. De dia-avond is gratis toegankelijk voor de donateurs van de SHG. Overige belangstellenden betalen € 2,50 entree p.p. incl. een kop koffie. De families welke voor het voetlicht worden gebracht, ontvangen binnenkort een persoonlijke uitnodiging. Gelet op de zeer grote belangstelling de afgelopen jaren, wordt ook nu weer iedereen geadviseerd ruim op tijd te komen. De zaal is al vanaf kwart voor zeven geopend.